Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Verheft de banier in het land, blaast de bazuin onder de heidenen, [63]heiligt de heidenen tegen haar, [64]roept tegen haar bijeen de koninkrijken van [65]Ararat, [66]Minni en [67]Askenaz; bestelt een [68]krijgsoverste tegen haar, brengt paarden opwaarts, als [69]ruige [70]kevers! 63. Dat is, zondert hen af, bereidt hen, rust toe, tot dit werk des Heeren tegen Babel; vergelijk boven hfdst.6 vs.4, met de aantekening; alzo in vs.28. 64. Hebreeuws eigenlijk, doet, of laat horen; dat is somtijds, door uitroeping vergaderen. 65. Groot-Armenie; zie Gen.8:4. 66. Klein-Armenie. 67. Zie Gen.10:3. Welke landen men houdt dat Cyrus ingenomen had eer hij Babel veroverde; of dat zij ten dele zijne bondgenoten waren. 68. Het Hebreeuwse woord wordt alleen hier en Nah.3:17 gevonden, betekenende [gelijk sommigen menen] zulk een kommandeur of overste, die de bevelen des konings ontvangt en aan het krijgsvolk overdraagt en verklaart. Anderen verstaan den koning Cyrus zelf, of Darius [naar hun gevoelen] zijn schoonvader. 69. Of, ruwe, harige, die de haren overeind steken, alsof zij te berge stonden en ijselijk er uitzien; vergelijk Job 4:15; Ps.119:120, waar hetzelfde woord gebruikt wordt. Hebreeuws, paard als kever, [die] ruig is. 70. Paarden in menigte, als sprinkhanen; zie boven vs.14.